Handleiding voor kogin
Kogin-zashi is het traditionele ambacht van de Aomori-prefectuur. Gelegen op het noordelijkste puntje van Honshuu, het hoofdeiland van Japan, het gebied kent strenge winters. Echter mochten boeren tijdens de Edo-periode (1603-1868) geen katoenen kleding dragen. Om de kou te doorstaan bestond hun kleding uit meerdere (5 tot 7!!) lagen  linnen in de kleur indigo. Om de warmte vast te houden en extra stevigheid te geven, hechtten de vrouwen witte katoenen garens aan strategische delen van de kleding, waarbij een borduurtechniek  ontstond: Kogin-zashi. Kogin-zashi is zorgvuldig met de hand geborduurd, steek voor steek, en vertegenwoordigt de delicate behendigheid en kracht van de vrouwen van Aomori.
De patronen die, door middel van horizontale lijnen gemaakt worden, zijn altijd geometrische. Er wordt gewerkt met lange garens en de steken moeten nauwkeurig geteld worden.
De hedendaagse Kogin-zashi heeft natuurlijk een ontwikkeling doorgemaakt. De ontwerpen die van generatie op generatie doorgegeven werden zijn nu te koop of te downloaden en de kleuren zijn niet meer alleen wit op indigo. Stoffen en garens worden in allerlei kleuren gemaakt. De traditionele techniek wordt tot op de dag van vandaag echter nog steeds gekoesterd. Geniet van de warme designs die weerspiegelen het koude klimaat van de Aomori-prefectuur.

Hier vindt u een gedetailleerde handleiding voor kogin. Omdat u in de kogin kits een Japanse uitleg zal vinden, hoop ik dat ik u, op deze manier, kan helpen deze bijzondere vorm van borduren te ontdekken! Heel veel plezier.

Wat heeft u nodig als u een kit gebruikt?
-een kit
-een schaar
-een stukje garen of vloeibare lijm (tegen het rafelen).
-speldjes
-draad en naald of naaimachine

Wat heeft u nodig als u geen kit gebruikt?
-kogin stof
-kogin garen
-kogin naald
-een patroon (uit een boek)
-een schaar
-een stukje garen of vloeibare lijm (tegen het rafelen).
-speldjes
-draad en naald of naaimachine



Als voorbeeld gebruik ik de kit #28 van Olympus-thread.


Dit pakket bestaat uit:
-een lapje stof speciaal geweven voor kogin: 18 counts/1 inch  (ongeveer 7 steekjes /1 cm). Kleur: beige, 100% katoen
-kogin garens, al op maat geknipt (turquoise). De garens bestaan uit 6 losse draadjes.
-1 kogin naald.

De kogin stof is losjes geweven in een rasterpatroon, waardoor de borduursteken makkelijk af te tellen zijn. Omdat de stof nogal stijf is, wordt een borduurring niet gebruikt. Deze stof lijkt op kaaslinnen (de geweven garens vormen blokjes) maar is van katoen.
Deze stof is ook los te koop en komt in 5 kleuren.



In een kleine kit zijn de garens meestal al op maat geknipt, u hoeft dus geen schaar te gebruiken. Mocht u garens uit een pakje gebruiken, knip het zoals u sashiko garens zou knippen (zie foto onderaan). Waar u een klein lusje ziet, knipt u alle garens door. Het liefst werkt u met een streng van ongeveer 1 meter lang.


De strengen zijn 1 meter lang. Om ervoor te zorgen dat ze niet in de knoop komen is het wel handig om ze losjes te vlechten. Trek 1 streng (bestaande uit 6 losse draadjes) bovenuit de vlecht.



Het kogin garen is een splijtgaren waarbij een streng uit 6 losse draadjes bestaat. Alle 6 de draadjes worden gebruikt.


Echter wordt het aangeraden om eerst alle draadjes uit elkaar te halen en om ze daarna weer samen te voegen voor meer volume (rol ze dan zachtjes tussen uw vingers). De reden is dat de steken er mooier en voller uit zullen zien. Als u het te veel werk vindt kunt u de garens gebruiken zoals ze zijn, zonder ze eerst uit elkaar te halen.


Om het rafelen van de stof tegen te gaan, zigzag met een dichte steek rondom rond. Een laagje vloeibare lijm rondom het stukje stof werk ook heel goed.



Als u kogin borduurt, begint u in het algemeen vanaf het midden van de stof. Dat is om verspringingen te  vermijden. Om het midden te vinden kunt u een meetlint gebruiken maar voor veel kits is het gewoon het midden van het lapje stof. U kunt dus het lapje in 4 vouwen. Dit punt markeert u op de verkeerde kant (achterkant) van de stof met een (wateroplosbaar) potlood. Als u zeker bent dat u het midden terug zal vinden (het is afhankelijk van de patronen), kunt u direct beginnen met borduren. De 2 kanten van de stof zijn gelijk. U kiest dus welke kant de voorkant wordt.

 

中心 (chuushin) betekent "midden". Waar de lijnen elkaar tegenkomen is het het midden van de design. 刺し始め (sashi hajime) betekent "start van borduren". Het puntje is dus waar de eerste steek zich gaat bevinden (2 blokjes rechts van het midden).


! De eerste foto is de achterkant en de tweede is de voorkant. Op de voorkant heb ik ook (voor de duidelijkheid) het midden met een wateroplosbaar potlood aangegeven.
2 blokjes rechts van het midden steek ik mijn naald door de verkeerde kant van de stof heen (daarom lijkt het hier 2 blokjes links van het midden te zijn). Ik draai mijn lapje stof weer de goede kant om en begin met borduren. Om het garen glad te houden moet u na elke steek een beetje aan trekken. U mag het garen niet splitten, integendeel, probeer de draadjes bij elkaar te houden maar als het garen te strak gedraaid is wordt het eindresultaat minder mooi want het patroon ziet er dan niet "vol" uit. De blokjes worden geteld: het eerste streepje telt 3 blokjes, dat betekent dat mijn naald in het 4e blokje de stof ingaat. Ik borduur de eerste lijn, van rechts naar links, met een kort stukje garen. Ik laat een lange stuk achter mijn borduurwerk hangen.



Het korte stukje garen wordt aan de verkeerde kant van de stof vastgemaakt en dan wordt het kort geknipt.


Er kan nu verder geborduurd worden, op de voorkant, van rechts naar links. Eerste foto: achterkant. Tweede foto: voorkant.


Net als bij sashiko geldt dat als u een andere lijn begint of als er een hoek is, u een klein lusje aan de achterkant laat hangen en dat om plooien in de stof te voorkomen.
Eerste foto: voorkant. Tweede foto: achterkant.



Als het garen te kort wordt is het tijd om het in de stof vast te maken. U gebruikt dezelfde manier als in het begin. Neem daarna een nieuw garen en laat ongeveer 10 cm aan de achterkant van de stof hangen. Met het lange stuk borduur een of twee lijnen. Stop met borduren en zet het stukje garen dat aan de achterkant hangt weer in de stof. Knip het kort. Ga verder met borduren.


Het bovenste stukje is nu klaar. Maak nu het onderste stukje. Als dat gedaan is, is uw borduurwerk af!


Met deze kit maakt u een onderzetter. U kunt het volgens de gebruiksaanwijzing maken (zie foto's onderaan) of zoals u het gewend bent.


Et voila! Mijn schattige onderzetter is klaar! Het lijkt toch altijd mooier als het met eigen handen gemaakt is,toch?


Met een stukje kogin stof, een naald, garen en een patroon (uit een boek), kunt u uw fantasie de vrije loop laten gaan.

                       
Begin met iets klein (zoals een onderzetter) om te oefenen en probeer later op een grote oppervlak te borduren.


De kits van Olympus hebben alles wat u nodig heeft om meteen te kunnen borduren. Van simpele motieven tot ingewikkelde designs, is er voor ieder wat wils!


    kogin kit: table coaster # 19
 (kit #19 van Olympus).  De patronen zijn altijd symmetrisch. In een kit vindt u soms variaties op een thema.

Borduurwerk wassen.
U moet uw borduurwerk altijd voorzichtig wassen zodat de steekjes mooi strak blijven. Laat u kogin werkje altijd plat drogen. Als u uw werkje wilt strijken, leg het eerst op een vochtig doekje.

 
 
Wij gebruiken cookies om de gebruikerservaring te verbeteren of om advertenties te kunnen tonen. Door gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord. Privacy & Cookiebeleid
Close